Zon zee strand en een blije sneeuwpop
September 2024
In de vakantie gingen we gezellig met zijn viertjes naar Zandvoort. Op een strandbedje raakte ik met mijn dochter in gesprek. Ze vertelde dat ze in de tijd dat ik mijn ogen verloor het het leukste vond dat ze lang mochten opblijven om de thuiszorg te helpen. Haar broer was het hier helemaal mee eens. Dit maakte me zo blij. Ik realiseerde me dat we het goed hebben gedaan. Als dit het eerste is waar ze aan denken als we het hebben over die moeilijke tijd. Mijn dochter zei lachend dat ze het nu zo leuk vindt dat ik inmiddels een Vlieg met me mee naar de regenboog oog heb. Dat had ze nooit verwacht. Ze had wel altijd gehoopt dat ik voor een mooi oog zou kiezen, maar dacht dat ik het nooit zou durven. Mijn zoon sloot zich bij de woorden van zijn zusje aan. Al vond hij eigenlijk dat ik voor rode hartjes ogen had moeten kiezen. We lachten. Ik vertelde aan mijn kinderen dat ik laatst tijdens het wandelen met Igor een buurvrouw sprak. We komen elkaar wel vaker tegen. Ze past regelmatig op haar kleindochtertje van drie. Nadat we elkaar de vorige keer waren tegen gekomen riep haar kleindochtertje later tijdens het spelen spontaan: Ik wil ook een regenboog oog. Dat vindt ik zo mooi. Haar oma en ik moesten hier om lachen en vonden het zo schattig. Ik zei tegen mijn kinderen dat ik geen trendsetter wil worden. Alleen onder mensen met kunstogen dan.
We gingen afkoelen in de zee. Ik genoot van de warmte van de zon, de koelte van de zee, de golven en de vrolijke stemmen van mijn man en kinderen. Ik dacht terug aan de zomer nu 10 jaar geleden. Toen kwam het besef dat ik afscheid moest gaan nemen van mijn laatste oog en daarmee mijn laatste beetje zicht. We waren toen ook op een strandje. Ik dacht dat ik mijn dochtertje in de gaten hield. De schok was groot toen bleek dat het een ander kind was naar wie ik keek. Gelukkig was mijn dochter vlakbij en kwam ze gelijk toen ik haar zo rustig mogelijk riep. Ondanks mijn speciaal aangepaste zonnebril werd ik verblind door de weerkaatsing van de zon op het zand en de schittering van het water. Mijn oog deed zoveel pijn en nu werd het zelfs gevaarlijk. Omdat ik dacht te kunnen vertrouwen op mijn zicht terwijl dat niet meer kon. Nu 10 jaar later was ik weer op het strand en kon ik echt weer genieten van alles. Zonder pijn en zonder bang te zijn om iemand uit het oog te verliezen. Naast de golven van de zee spoelde er een grote golf van dankbaarheid over me heen en van geluk.
Een week later gingen we met zijn viertjes naar de musical Frozen. In het circustheater in Scheveningen. Deze musical is voorzien van audiodescriptie via Earcatch theater. Waardoor we het echt met zijn vieren kunnen beleven. Frozen is voor mijn tieners nostalgie. Onderweg naar Scheveningen dacht ik aan alle mooie Frozen momenten. Toevallig allemaal in het jaar dat ik blind werd. Ik zag voor me hoe ik samen met mijn zoon en dochter van toen zeven en vijf naar de bios ging. Daar zagen we de film voor het eerst. We waren zo onder de indruk en leefden helemaal mee. Later dat jaar in de zomer deed mijn dochter van net zes mee aan de playbackshow op de camping. Als koningin Elsa. Ze droeg een groen/blauw zomerjurkje. Van de kleren die ze mee had op vakantie vond ze dat die jurk het meest leek op de blauwe jurk van Elsa. Van karton maakte ze een kroon en bij de caravan oefende ze de pasjes. Die avond tijdens de playbackshow nam ze het publiek mee naar het ijspaleis van Elsa. Op het podium danste en playbackte ze mee met Laat het los laat het gaan. Naast een tafel. Haar ijspaleis. Tijdens het nummer klom ze op de tafel en gooide haar kroon in het publiek. Iedereen klapte en juichte. Ik was zo trots op mijn kleine prinsesje. Nu dus even koningin. Ik kreeg tranen in mijn ogen van geluk en tegelijkertijd van het besef dat dit een van de laatste optredens van een van mijn kinderen was die ik kon zien. Ik lachte en huilde. Aan het eind van de avond was mijn dochter moe en wilde ze naar de caravan. We zeiden dat de prijsuitreiking zo kwam en dat het leuk was om te zien wie er had gewonnen. Meedoen is belangrijker dan winnen, maar we vonden het leuk om nog even te blijven. Tijdens de uitreiking sliep onze dochter bijna bij haar vader op schoot. We zagen hoe de derde prijs werd uitgereikt en de tweede prijs. Toen kwam de eerste prijs. Die ging naar koningin Elsa. Ik zie nog het verbaasde blije gezichtje van mijn dochter. Met kleine oogjes van de slaap. Op het podium kreeg ze de eerste prijs. Ze was zo trots. Wij ook en vooral haar grote broer. De rest van de vakantie was ze koningin Elsa van de camping.
Nu zaten we dus met ons vieren bij de musical Frozen. We genoten van de prachtige muziek, de kostuums, het decor. Alles was zo mooi. Erik van Muiswinkel heeft de audiodescriptie ingesproken. Door zijn ogen zag ik alles voor me. Weer kwamen er bij mij tranen van geluk en dankbaarheid. Dat we hier nu weer samen van kunnen genieten. Bij Laat het los laat het gaan zag ik ook even mijn kleine Elsa voor me en het trotse gezicht van haar broer. Het was in een woord geweldig.
Op de terugweg was ik helemaal aan het nagenieten. Mijn favoriete personage uit de musical is sneeuwpop Olaf. Hij wordt blij van de zomer. Ik ook. Behalve van muggen dan. Ik had behoorlijk wat muggenbulten. Als ik beter in braille was geweest had ik vast een verhaaltje kunnen lezen op mijn eigen lijf.
Een paar weken later kreeg ik van mijn dochter de Barbie met een visuele beperking. Ze had op TikTok gezien dat deze Barbie in Nederland verkrijgbaar was. Als klein meisje speelde ik veel met Barbies. Toen had je deze Barbie niet. Daarom kreeg ik haar nu alsnog van mijn dochter. Zo lief.
Na een bezoekje aan de Tilburgse kermis kreeg ik van mijn man en kinderen een kentekenplaat met Super blindje er op. Dat hadden ze daar laten maken. De mevrouw die het maakte kon niet zo goed spellen en schreef super met dubbel p, maar dat mag de pret niet drukken. De kentekenplaat krijgt een ereplaatsje op de muur van de schuur. Ik droom dat het ooit op mijn eerste zelf rijdende auto komt. Mijn Super blindje Lein limo. Ik blijf wel een echte VIP. Een visually impaired person.
Marjolein
Een lichtje en een regenboog
Juli 2024
De laatste tijd overkomt het me weer vaker. Dan word ik wakker en schrik ik ervan dat het zo donker is. In het gunstigste geval denk ik dat het slecht weer is en word ik verrast met mooi weer. Even later realiseer ik me dat het zo donker is omdat ik blind ben. Ook kan de duisternis me plotseling overvallen. Dan beneemt het me de adem en wil het mijn positieve energie opzuigen. Dat laat ik niet gebeuren want ik heb die positieve energie zelf hard genoeg nodig. Dit is zo vermoeiend. Het overkomt me op de meest onhandige momenten. Bijvoorbeeld op straat. Juist als ik me wil concentreren. Ik sta dan even stil en haal diep adem. Igor legt zijn kop tegen mijn been. Ik voel zijn krulletjes, zijn zachte oortjes en zijn neusje. Dan word ik rustiger en loop ik meestal zachtjes zingend door. Igor is mijn held, mijn ogen, mijn steun en toeverlaat en zoveel meer.
Laatst waren we onderweg naar de speelplek. Op onze vertrouwde route. Zoals wel vaker kwam er vanuit het niets een blaffend hondje zijn voortuin in rennen. Ik schrok me kapot. Vooral omdat hij er zo plotseling was. Igor voelde mijn schrik en blafte terug. Zoals we in zulke situaties geleerd hebben gingen we van de stoep af en over de weg lopen. Ik stond even stil om me te oriënteren en om te luisteren of er geen verkeer aan kwam. In plaats van zijn hulp aan te bieden begon het baasje van dat hondje tegen ons te schreeuwen. Hij blafte nog harder dan zijn hondje zeg maar. Zo goed en zo kwaad als het ging liepen we door. En daar was de duisternis weer om me op te slokken. Een eindje verder weer veilig op de stoep stond ik stil. Igor legde zijn kop tegen mij aan en ik haalde diep adem. Zachtjes zingend liep ik weer verder.
Om mezelf en Igor een plezier te doen besloot ik een nieuwe route te leren om bij de speelplek te komen. Zodat we niet meer langs dat huis hoefden te lopen. Het was even wennen. Inmiddels gaat route Boordevol meestal goed. Ik heb de route vernoemd naar de boze buurman uit Ja zuster nee zuster. Wel zo gezellig. Af en toe komen we onderweg een brommende buurpoes tegen. Stoer als we zijn lopen we dan even om, maar liever een brommende buurpoes dan een blaffende buurman.
Bij de speelplek aan gekomen geniet ik van de fluitende vogels en als ik de warmte van de zon voel ben ik helemaal blij. Op een morgen waren we in de regen aan het wandelen. Het rook lekker. Ineens voelde ik de zon. Ik realiseerde me dat er ergens een regenboog moest zijn. Ik zag een regenboog voor me. Van dit beeld werd ik zo vrolijk.
Ik weet dat de lieve mensen met meer zijn en daar houd ik me aan vast. Het is ook zo. Ik kom regelmatig vriendelijke en behulpzame mensen tegen. Tijdens het wandelen heb ik vaak zulke leuke gesprekken. Vaak met andere hondenbaasjes. Pas kwamen er twee kinderen naar me toe gerend. Ze hadden van hun oma geleerd dat ik niet kan zien, maar dat ik extra goed kan horen. Ze vroegen of ik hen had horen spelen in de speeltuin. Lachend zei ik dat ik hen had horen spelen. Dat vonden ze leuk. Aarzelend vroeg de oudste van de twee of ik hen dan laatst ook had horen ruzie maken. Snel moest ik een pedagogisch antwoord bedenken dat niets af deed aan de geloofwaardigheid van hun oma. Ik zei dat ik dat wel had gehoord, maar dat ik toen stopte met luisteren. Omdat ik veel liever luister naar blije spelende kinderen. Ik meende opluchting te horen. Ze besloten weer verder te gaan spelen en zeiden dat ik daar weer naar kon luisteren. Ik zei dat ik dat ging doen en wenste ze veel plezier. De jongste zei bewonderend dat hij mijn regenboogoog zo mooi vond. Hier was zijn broer het mee eens. De kinderen renden terug naar de speeltuin. Igor keek hen nog even na. Daarna liep ik met een grote glimlach naar huis. Ik voelde me een beetje een soort Sinterklaas met een regenboogoog. Met in plaats van een schimmel een zwart/grijze krulletjes hond en in plaats van een staf een taststok met roze handvat.
Ik had laatst ook een ander mooi gesprek. Na een lange en vooral mooie dag kwam ik een bekende tegen in een rolstoel. Ik gaf hem een complimentje. Om er daarna uit te flappen dat hij nu niet naast zijn schoenen moest gaan lopen. Hij zei droog dat hij dat niet kon. Geschrokken sloeg ik mijn hand voor mijn mond en riep: O sorry, ik schaam me mijn ogen uit mijn kop. Lachend zei hij: Ja dat kan jij dan wel weer echt Marjolein. We kregen de slappe lach.
Een ander mooi moment was tijdens de laatste koorrepetitie voor de zomerstop. Met de stemgroepen mochten we verzoeknummers kiezen om te zingen. Die avond zat ik niet lekker in mijn vel. Voor de repetitie had de duisternis me weer aan gevlogen. Dat kost zoveel energie. Als verrassing besloten ze de repetitie af te sluiten met mijn favoriete Desire nummer This little light of mine. Het werd een feestje. Helemaal toen een koorgenootje met me ging dansen. Zo leuk. Een klein lichtje betekent zoveel in mijn leven in het donker. Na afloop hadden we een nazit. met hapjes en drankjes. Gezellig. Het werd laat en toen het tijd werd om naar huis te gaan hoorde ik mezelf lachend zeggen: Ik doe wel de lichten uit want ik red me aardig in het donker. Een prima excuus om te blijven hangen als het gezellig is. Elk nadeel heb zijn voordeel.
Iemand gaf me de tip om mijn angst en donker proberen te zien als vriend. Ik heb haar nu Dolly genoemd. Dolly de duisternis vind ik wel lekker klinken. Ik zie haar nog niet als vriendin. Wel als een diva. Als ze me wil aan vliegen zing ik zachtjes Hello Dolly. Ik kom dan in een mooie musical sfeer. Mijn leven is ook wel een beetje een musical: Super blindje en haar avontuurtjes in het donker.
Marjolein
Reismaatje
Juni 2024
Ken je die mop over die blinde die naar een vergadering moest over doelgroepenvervoer? Die ging niet omdat de regio taxi vertraging had. Mijn klacht werd gegrond verklaard en ik kreeg excuses. Een zin in de mail trof me. Er stond dat er wel een auto voor me klaar stond, maar dat de chauffeur ontbrak. Ik werd er een beetje melancholisch van. Ik zag een eenzame auto staan wachten op een chauffeur die nooit zou komen. De auto zou Igor en mij nooit ophalen. Was hij een auto van de toekomst geweest dan was hij zelf gaan rijden om ons op te halen. Helaas pindakaas was hij geen auto van de toekomst. Hij was een auto van nu. Als hij het had gekund had hij treurig met zijn koplampen geknipperd, maar ook dat kon hij niet zelf. Ik hoop dat de eenzame auto nu weer is herenigd met een chauffeur en dat ze samen op weg zijn om mensen op te halen en wie weet ook een blije hulphond.
Diezelfde week ging ik met Valys begeleid. Net als met de regio taxi ben ik blij dat Valys bestaat. Al spreekt het vanzelf dat ik liever zelf had kunnen rijden. Igor en ik werden mooi op tijd thuis opgehaald met een taxi en afgezet bij het station. Daar stond de begeleider al klaar. De begeleider liep met ons mee naar de trein. Ik kreeg een reismaatje om mijn nek. Een apparaatje waarmee ik contact kon maken met Valys. Mocht dit nodig zijn. Daarna stapten we in de trein en zeiden de begeleider en ik elkaar gedag. De trein vertrok. Igor had zijn ochtendslaapje nog niet uit en ging lekker liggen slapen. Ik zat relaxed op een bankje. Lachend realiseerde ik me dat mijn reismaatje en ik elkaar net pas kenden en gelijk al behoorlijk intiem waren. Hij hing gelijk al om mijn nek.
Op het station van Deventer stapten Igor, ik en mijn reismaatje vol zelfvertrouwen uit de trein. Op het perron wachtten we op een begeleider van Valys. Er kwam niemand. Na een poosje besloot ik dan toch maar eens op het knopje van mijn reismaatje te drukken. Hij hing niet voor niets de hele treinreis om mijn nek. Ik drukte op het knopje. Er gebeurde helemaal niets. Ik drukte nog een keer. Weer niets. Ik pakte mijn telefoon ook wel bekend als mijn multifunctionele minnaar. Die me zo gezellig mijn oren van mijn kop kletst. Ik belde Valys en kwam in een keuzemenu terecht. Door alle geluiden om me heen kon ik het moeilijk verstaan. Ik verbrak de verbinding. De trein naar Almelo die ik moest hebben vertrok bijna. Uit automatisme keek ik om me heen. Overal donker. De duisternis vloog me aan. Igor legde geruststellend zijn kop tegen me aan. Ik aaide zijn krullenkop en haalde diep adem. Ik voelde me rustiger worden. Ik knuffelde Igor en zei tegen hem dat hij mijn toppertje is en mijn Breezer ananas. Mijn koosnaampje voor hem. Onbewust geïnspireerd op dat vrolijke foute liedje. Igor likte mijn hand en ik zei dat het vrouwtje even een hulplijn ging in schakelen.
Ik hoorde stemmen om me heen en vroeg of iemand ons wilde helpen. Een vriendelijke mevrouw bracht ons naar een medewerker van NS. Deze medewerker bracht ons naar de goede trein. In de trein werden we naar mijn podcastmaatje en zijn geleidehond gebracht. Ik bedankte de medewerker voor de hulp. Dat onbetrouwbare reismaatje stopte ik diep weg in mijn tas. De rest van de dag verliep goed en was heel gezellig. We hebben mooie opnames gemaakt voor Leef je uit! en ons zelf ook uit kunnen leven.
Ik kreeg excuses van Valys. De begeleider had op de verkeerde plek gestaan. Het reismaatje had het moeten doen, maar was waarschijnlijk niet goed opgeladen. De volgende keer willen ze graag het reismaatje terug. Ik zei tegen degene aan de telefoon dat ik niet weet wanneer dat is. Ik moet eerst weer wat vertrouwen hebben in Valys begeleid om er mee te reizen. Het reismaatje logeert nu voorlopig bij mij en dat terwijl ik behoorlijk op hem ben af geknapt. Ik wil hem nooit meer zien. In dit geval is mijn blindheid een uitkomst.
Diezelfde week reisden Igor en ik met een taxi. Igor lag lekker op de achterbank bij me op schoot. Hij is een schoothondje in een groot lichaam. De chauffeur en ik hadden een leuk gesprek. De chauffeur vroeg naar mijn favoriete muziek en zette Paul de Leeuw voor me op. Ook omschreef hij van alles wat hij onderweg zag. Mannen in oranje pakken die het groen in de berm aan het knippen waren. Dat verklaarde waarom het zo naar pas gemaaid gras rook. Zo lekker. Ook omschreef hij de volle maan. Oranje en geel verlicht met grijze contouren. Zo mooi. Ik zag het voor me.
Een week later reed de taxi weer voor. Met dezelfde chauffeur. Ik hoorde de muziek van Paul al. Lachend zei de chauffeur dat de discotaxi kwam voor rijden. Igor en ik ploften gezellig samen op de achterbank. Onderweg vertelde de chauffeur weer van alles wat we tegen kwamen. Zo reden er motorrijders voorbij. Iemand op een motor van Honda, iemand op een Harley Davidson en iemand op een paarse motor met drie wielen. Die laatste was mijn favoriet. In Haarlem vloog er een KLM-vliegtuig laag over om te landen. Hier moest Igor even voor gaan zitten. Van verbazing viel zijn bek open en ik hoorde hem denken: Wat doet die blauwe vogel nou hier? Die was toch op het Eurovisie Songfestival? Ik stond even in gedachte stil bij die blauwe vogel. Die staat symbool voor de verbinding tussen de levenden en de doden. Dat vind ik zo mooi en troostrijk. Ik gaf Igor een knuffel en fluisterde in zijn oor: Welkom in Europa jongen, jij bent mijn liefste en knapste reismaatje. Mijn toppertje en mijn Breezer Anas. Met een tevreden zucht plofte Igor weer bij me op schoot. Ik aaide zijn krullen. De chauffeur zette Paul weer harder. Ik genoot. Zo mooi kan een taxirit zijn.
Marjolein
Lightless life
Mei 2024
We gingen gezellig met ons viertjes naar Europapark. Mijn man en tieners gingen samen in allerlei spannende attracties en ik zat op een bankje muziek te luisteren. Onze kinderen kwamen vragen of ik mee ging in een soort snellere versie van Droomvlucht. Dat vond ik spannend, maar ik ging toch mee. Omdat ik blind ben mocht ik vanwege de veiligheid niet in de gewone wachtrij. We moesten ons melden bij de uitgang van de attractie. Daar kreeg ik te horen dat ik eigenlijk een speciale kaart moest laten zien. Deze kaart konden we ophalen bij de informatiebalie. Voor deze keer mocht ik mee zonder kaart. De attractie vond ik best hard gaan en ik had kriebels in mijn buik.
Later bij de informatiebalie vroegen ze in het Engels met Duits accent om mijn gehandicaptenparkeerkaart. Ik probeerde zo goed mogelijk uit te leggen dat ik geen gehandicaptenparkeerkaart heb. Omdat ik niet kan autorijden omdat ik blind ben. Voor een passagierskaart kom ik niet in aanmerking omdat ik kan lopen. Ze wilden toch bewijs zien dat ik blind ben. Ze vroegen om een doktersverklaring. Die heb ik niet omdat dit in Nederland niet gebruikelijk is. Stond ik daar met mijn stok en regenboog oog bij de balie waar ik net nog tegenaan was gelopen me te verbazen over deze gang van zaken. Ik liet mijn ov-begeleiderskaart zien. Helaas werd dit niet geaccepteerd als bewijs. Inmiddels stonden de tranen in mijn prothese ogen. Ik zei dat ik dan wel in de gewone wachtrij wilde wachten. Dat mocht niet van de medewerkers omdat ik blind ben. Ik zei dat ik daarom ook die kaart nodig had. Vooruit voor deze keer kreeg ik een kaart voor zes attracties. De volgende keer moest ik echt kunnen bewijzen dat ik blind ben. Geëmotioneerd liep ik het kantoortje uit. Ik vertelde dit aan onze kinderen. Mijn dochter riep verontwaardigd: De volgende keer neem ik een zuignapje mee en haal ik voor de ogen van die medewerkers jouw ogen eruit. Dan hebben ze hun bewijs. We schoten in de lach. Mijn dochter zou dan ook wel even omschrijven hoe die medewerkers keken. Lachend liepen we naar een kinderachtbaan.
Onderweg naar die kinderachtbaan besloot ik mee te gaan in de Moulin rouge achtbaan. Volgens mijn tieners veel spannender dan die kinderachtbaan. Ik kon in zes attracties. Dus ik besloot die kaart dan ook goed te gebruiken. Daar gingen we. Eerst langzaam naar boven in het karretje. Ik hoorde de Cancan. Eerst langzaam en toen steeds sneller. Ineens gingen we keihard naar beneden en allerlei kanten op. Mijn man omschreef wat we allemaal tegen kwamen onderweg. Ik hoorde iets over de Eiffeltoren en de Moulin rouge. Ik hoorde er niet veel van omdat ik vooral hard gilde. Ik kneep mijn ogen stijf dicht en vroeg me af hoe ik in het Duits moest zeggen dat ik mijn Vlieg met me mee naar de regenboog oog ben verloren. Een beetje trillerig stapte ik na het ritje uit het karretje van de achtbaan. Mijn tieners vonden me stoer en mijn man zei dat mijn ogen er nog in zaten. Waarop mijn dochter zei dat dat jammer was omdat ze anders gelijk hun bewijs hadden dat ik blind ben. Lachend ging ik even bijkomen op een bankje. Die middag ging ik in meerdere achtbanen, in de zweefmolen en nog een keer in die soort snelle Droomvlucht. Die vond ik toen helemaal niet meer zo snel. We hadden een heerlijke tijd.
Dit soort mooie momenten geven me zoveel positieve energie. Samen met mijn moeder en goede vrienden ging ik naar een theatercollege met Paul de Leeuw. Het was een heel mooi theatercollege. Twee dagen later was Paul jarig. Ik had een cadeautje voor hem mee genomen dat ik na de voorstelling mocht geven. Bonbons van Puur gelukkig. Ik word puur gelukkig van Paul en dat geef ik hem graag terug. Zo leuk om hem even te spreken en dat hij me herkende. En dat hij met me op de foto wilde. Ook al kan ik foto’s niet meer zien, ik word er wel blij van.
Een half jaar geleden hoorde ik dat er een podcast zou komen waarin Nikkie de Jager BN’ers zou gaan interviewen in het donker. Met het idee dat mensen mogelijk openhartiger zijn als je elkaar niet kan aankijken. Ik vond dit zo’n leuk concept. Ik besprak dit met mijn collega. Ik vroeg aan haar of zij vond dat ik openhartiger ben geworden sinds ik blind ben en dus in het donker leef. Lachend zei ze dat ik altijd al een open boek was en dat dit zo is gebleven. Ze vond me hierin niets veranderd. Ook met een andere bekende besprak ik het idee van de podcast. We zagen er ook gelijk een mooi tv-format in. BN’ers en vooruit ook onbekende Nederlanders opdrachten laten doen in het donker. Dat lijkt ons wel wat.
Ik dacht hier niet meer aan. Tot ik hoorde dat Paul de Leeuw was geïnterviewd in het donker. Een paar weken later luisterde ik de aflevering van Lightless lounge terug waarin Nikkie de Jager en Wes van Os Paul interviewden in het pikdonker. Ik vond het zo bijzonder dat Paul daar hetzelfde zag als ik toen hij dat ook zei. Zo mooi.
Ik heb ook andere afleveringen terug geluisterd. Een mooie podcast. Mooi om de reacties op het donker te horen en wat het met mensen doet. Hier leef ik elke dag in. Ook nemen de BN’ers een item mee dat veel voor hen betekent of iets symboliseert. Het aan elkaar doorgeven van het item is vaak lastig in het donker. Zo herkenbaar. Iemand nam een knuffeltje mee en iemand anders een zakje dat ruikt naar lavendel. Paul had een oestermes bij zich. Dat symbool staat voor zijn liefde voor koken. Ik vond een oestermes wel een spannende keuze om mee te nemen in het donker. Ze gaven het gelukkig voorzichtig aan elkaar door.
Ik dacht na over welk item ik mee zou nemen. Als klein meisje kreeg ik van mijn vader een beeldje van een paardje. Dat staat op mijn nachtkastje. Als ik het vasthoud zie ik mijn vader voor me. En het gedichtje dat mijn vader in het ziekenhuis voor me schreef. Voor in mijn poëziealbum. Omdat ik bang ben dat er iets mee gebeurt zou ik denk ik toch voor iets anders kiezen. Er kwam een herinnering bij me op. Mijn zoontje was een jaar of twee. Hij was met zijn pappa naar de winkel geweest. Blij kwam hij aan rennen met een cadeautje voor mij. Ik pakte het uit. Het was een doosje met verzamel cd’s van Paul de Leeuw. Blij gaf ik mijn zoontje een knuffel en bedankte hem voor het mooie cadeau. Mijn zoontje wees naar de foto op het hoesje en zei met zijn vrolijke hoge stemmetje in zijn peutertaaltje dat er een meneer op staat. Hij zette hierbij een knappe imitatie van een leeuw neer. Zo lief. Mijn zoontje rende naar zijn vader en zei blij: Mamma mooi meneer en weer een mooie imitatie van een leeuw. Zijn babyzusje werd wakker. Mijn zoontje rende naar haar bedje en riep vrolijk haar naam. Hij vertelde haar over pappa en winkel en mamma mooi en meneer met speciaal voor zijn zusje de allerstoerste imitatie van een leeuw. Zijn zusje moest hard lachen om haar grote broer. Dus herhaalde hij zijn leeuwen imitatie meerdere keren en hadden ze samen de grootste lol. Mijn man en ik keken trots en vertederd naar onze kanjers. Op dat moment kon ik nog niet vermoeden wat die cd’s voor me zouden gaan betekenen.
Ik vond Paul altijd al leuk. Ik zie nog voor me hoe ik op mijn zesde op tv bij Sterrenslag Paul op een scooter aan zag komen rijden. Recht mijn hart in. Ik was onder de indruk van hem en van Sandra Reemer en Frizzle Sizzle. Tijdens mijn oogziekte nam ik de cd’s mee naar het ziekenhuis. In de wachtkamer luisterde ik er naar op een Daisy speler. Een apparaatje waar je luisterboeken en cd’s op kan afspelen. Pauls vertrouwde stem gaf me moed om alle onderzoeken en controles aan te kunnen. ‘’S nachts lag ik vaak wakker van de pijn en omdat ik zo bang was voor een toekomst in het donker. Ik wilde mijn man niet wakker maken. Hij had zijn slaap ook hard nodig. Dan pakte ik mijn Daisy speler en koptelefoon van mijn nachtkastje en luisterde naar Pauls mooie vertrouwde stem. Dan werd ik rustig en kreeg ik weer vertrouwen in de toekomst. Ook al zou ik moeten leven in het donker. Vriendinnen omschreven dit later als Marjolein en haar nachten met Paul. Klinkt gelijk veel gezelliger en spannender en past goed in mijn avontuurtjes in het donker.
Door een aantal nare gebeurtenissen ben ik nu weer regelmatig heel bang in het donker. Ik werk er hard aan om dit te overwinnen en heb er vertrouwen in dat dit goed komt. Gelukkig kan ik dankzij Spotify nu overal naar Pauls mooie vertrouwde stem luisteren. Live in de studio of het theater ben ik helemaal gelukkig. Of puur gelukkig net als de bonbons. Ook van mooie belevenissen met mijn prachtige gezin word ik heel gelukkig. Daar wil ik best even mijn ogen voor uit doen.
Marjolein
Tranen en troost
april 2024
Vandaag ga ik weer proberen om een avontuurtje in het donker te schrijven. Dat is me een hele tijd niet gelukt. Eind november is onze lieve collega Karen onverwachts overleden. Zij las mijn verhalen altijd als eerste en deelde het op onze Facebook pagina. Ik vond het zo verdrietig om iets te schrijven wat zij niet meer zou lezen. Toch ga ik het nu weer proberen. Karen moedigde me aan om te schrijven en genoot van mijn verhalen. Ook geloofde ze dat ik ooit een boek ga uitbrengen. Lachend zei ze dan dat ik haar wel moet noemen in het dankwoord. Dat beloofde ik haar.
In deze moeilijke tijd luister ik veel naar het nummer Het komt wel goed van Paul de Leeuw en Simon Keizer. Paul Simon dus. Dit nummer sleepte me overal doorheen. Ondanks alles maakte ik ook mooie dingen mee. Zo ging ik samen met mijn dochter naar Mamma Mia de musical met inleiding en audiodescriptie door Komt het zien. Toen ik hoogzwanger was van mijn dochter heb ik de film twee keer in de bios gezien. Omdat ik er zo blij van werd. Nu ruim vijftien jaar later beleefden we het samen. We genoten van het prachtige verhaal en de geweldige muziek van ABBA. Bij het nummer De tijd glijdt door mijn vingers kreeg ik tranen in mijn ogen. Ik zag voor me hoe ik samen met mijn geleidehond Harvey mijn kinderen naar school bracht. Op dat moment wist ik nog niet dat ik blind ging worden. Gelukkig maar. Ik heb zo onbezorgd kunnen leven en genieten van alle mooie momenten. Mooi dat ik nog steeds deze beelden voor me kan zien. Zo waardevol.
Mijn vriendin en ik hadden het over toen onze kinderen klein waren. Er kwam een mooie herinnering boven. Ik ging met mijn baby in de kinderwagen met de bus. Voorzichtig stapte ik met kinderwagen en al in. De chauffeur hield me tegen en zei dat ik de kinderwagen moest inklappen. Geschrokken keek ik van mijn slapende zoontje naar de chauffeur. Hij was onverbiddelijk. Ik moest de kinderwagen inklappen. Voorzichtig stapte ik weer uit de bus. Ik stuntelde wat met mijn stok en haalde voorzichtig mijn zoontje uit de wagen. Ik vroeg me af waar ik hem veilig kon laten terwijl ik de wagen ging inklappen. Ik kon mijn baby moeilijk op straat leggen en ik ging hem ook echt niet aan een vreemde geven. Ineens wist ik het. Snel ging ik de bus in en gaf mijn baby aan de chauffeur. Ik vertrouwde er op dat de chauffeur wel bij zijn bus zou blijven en er niet met mijn zoontje vandoor zou gaan. Nu was het de chauffeur die geschrokken keek en overdonderd mijn baby aan pakte. Snel ging ik weer naar buiten om de kinderwagen uit elkaar te halen. Dat viel nog niet mee. Ik legde mijn stok op de grond. Die rolde er vandoor. Ik raapte hem snel op en gaf er een voorbijganger bijna een zwiep mee. Ik ging vlug verder met de wagen en kreeg gelukkig hulp van andere passagiers. Mijn zoontje was inmiddels wakker geworden. Hij was heel eenkennig en begon heel hard te huilen in de armen van de chauffeur. Na zeker 10 minuten zat ik met ingeklapte wagen en al in de bus. Opgelucht nam ik mijn rood aangelopen baby over van de net zo rood aangelopen chauffeur. We konden vertrekken. Met enige vertraging. Dat wel. Bij de halte waar ik eruit moest begon dit hele ritueel weer van voren af aan. Ik had mijn baby net weer stil gekregen en de chauffeur had weer enigszins zijn eigen kleur terug, maar ja de wagen moest ook weer in elkaar. Weer gaf ik mijn baby aan de chauffeur. Weer huilen. Mijn baby dan. Al scheelde het niet veel of de chauffeur begon ook te huilen. Gelukkig kwamen er weer wat passagiers in actie om me te helpen. Deze keer iets sneller nam ik mijn baby weer over van de chauffeur. Opgelucht en met aan iedere haar een zweetdruppel legde ik mijn zoontje weer in de kinderwagen. De bus vertrok met nog meer vertraging. Een tijdje later moest ik weer met de bus. Ik zag er tegenop om weer te moeten stuntelen met de kinderwagen, maar ja ik had weinig keus. Dit was veiliger dan dat ik zelf zou gaan rijden. De deur van de bus ging open en ik wilde mijn baby al uit de wagen halen. Ik hoorde een wel heel bekende chauffeur zeggen dat ik mijn baby wel in de wagen mocht laten liggen en dat ik wel zo mee mocht. Opluchting stroomde door me heen en vast ook bij de chauffeur. Ik vermoed dat dit verhaal bij zijn collega’s rond is gegaan. Vanaf die dag hoefde ik nooit meer mijn zoontje en later mijn dochtertje uit de wagen te halen.
Inmiddels is mijn zoon 17 en mijn dochter 15 jaar. De mooie herinneringen kan ik gelukkig nog voor me zien en ik ben dankbaar dat ik mijn man en kinderen elke dag mag meemaken. We beleven zoveel moois. Eind november kreeg ik te horen dat ik was genomineerd voor de Arnhemse stadsprijs vrijwilliger van het jaar. Een hele eer en erkenning. Dit werd gevierd met taart en Igor en ik kregen een feestelijk lintje op gespeld. Ik was zo blij en tegelijkertijd ook zo verdrietig. Hier had Karen bij moeten zijn. Mijn collega’s zeiden dat Karen zo trots zou zijn geweest. Hier hield ik me aan vast. Ik was ook zo dankbaar voor de nominatie. Alle emoties gingen door me heen en toen moest de feestelijke avond nog beginnen. Aan het begin van het feest liep ik met mijn gezin mee in een feestelijke stoet door de zaal. We genoten van muziek, dans en toespraken. Vanwege de harde muziek had ik besloten om Igor een vrije avond te geven. Honden horen veel beter dan mensen en Igor heeft goede arbeidsvoorwaarden.Toen de prijs voor de Arnhemse stadsprijs vrijwilliger van het jaar voor individuen werd uitgereikt werd ik opgehaald door prins Carnaval. De andere twee genomineerden doen ook heel goed werk en ik verwachtte dat een van hen de prijs zou gaan winnen. Ik vond de nominatie al een hele eer. Ik hoorde onze burgemeester zeggen: De prijs gaat naar mevrouw… Ik zie mezelf nog steeds niet als mevrouw en ging er vanuit dat de prijs naar de andere genomineerde mevrouw zou gaan. Grappig genoeg dacht mijn moeder die ook in de zaal zat hetzelfde als ik. Onze burgemeester zei dat de prijs gaat naar mevrouw Marjolein van den Broek. Verbaasd realiseerde ik me dat ik had gewonnen. Zo mooi en zo’n grote eer. Trots luisterde ik naar de mooie woorden van de burgemeester. In gedachte bedankte ik Karen voor alles en al mijn lieve collega’s voor al het moois dat ik mag doen en het vertrouwen dat ik krijg. Ook bedankte ik in gedachte mijn mooie gezin en familie, vrienden en Igor voor alles.
Marjolein